vrijdag 25 januari 2013

Veranderen of totale irrelevantie?

Het bekende fenomeen in veranderingsprocessen: er moet eerst iets schokkends gebeuren waardoor de oude realiteit onmiskenbaar geen toekomst meer heeft, voordat men bereid is die nieuwe realiteit te accepteren en daadwerkelijk dingen anders te gaan doen. Maar dit is niet iets puur psychologisch, het is gewoon een natuurwet.
Wat is zoiets schokkends? Bij mensen kan het dan gaan over overlijden van een naaste, scheiding, ontslag, of een ernstig auto-ongeluk met blijvend letsel. Bij bedrijven over verlies van de enige klant, faillissement of een nieuwe buitenlandse toetreder die je activiteiten plotsklaps irrelevant of veel te duur maken.

Natuurwet?
De natuur vertoont heel af en toe ook radicale, onomkeerbare verschijnselen: een ijstijd, een inslaande planetoïde of een oceaan die een heel eiland wegvaagt, om een paar voorbeelden te noemen. De weg naar de oude situatie is afgesloten, de organismen die getroffen worden zullen het met die nieuwe realiteit moeten doen. Als ze daarop niet toegerust zijn: pech gehad. Het grote uitsterven van de dino’s na de inslag van een planetoide is hiervan het meest sprekende voorbeeld.

Voor minder is de natuur niet bereid zich aan te passen: na een aardverschuiving staat na een jaartje of honderd weer dezelfde flora op dezelfde helling, die wordt aangevreten door de nazaten van de fauna die dezelfde ramp heeft overleefd. Alsof er nooit wat gebeurd is. Datzelfde geldt voor een tsunami, een vulkaanuitbarsting, een tropische storm en een aardbeving. Het is geen feestje als je erbij bent, maar de natuur vindt altijd weer een nieuwe balans. En die nieuwe balans benadert de oorspronkelijke altijd zo dicht mogelijk. Terug naar de status quo.

En zo gaat het bij de meeste grote bedrijven dus ook: wat er ook gebeurt, als het maar enigszins mogelijk is, terug naar de status quo. Het schier onafwendbare lot, dezelfde bananenschil waar je iedere keer weer over uitglijdt. “We gaan het nu echt anders doen!” is meestal het startschot voor een wedstrijdje hakken in het zand. Die wedstrijd manifesteert zich uiteraard niet aan de oppervlakte, want daar is de teneur: “Hè hè, eindelijk een frisse wind!”  en “we gaan ervoor!”. Er zullen er ook echt wel zijn die wel willen, maar de kritische massa zorgt ervoor dat de hele exercitie uiteindelijk niet meer is geweest dan een rimpeling in het water. Een jaar later is alles weer bij het oude, twee jaar later praat niemand er meer over.

Zelfs als de boodschap wordt gebracht met een dreigend “want anders….”, dan zal dat tussen de oren van de toehoorders doorechoën als “waar heb ik dat eerder gehoord?”

- van wie hebben de struisvogels het geleerd? -
tekening Albert Jan Rasker
“De kop in het zand steken” is een uitdrukking die aan struisvogels wordt toegedicht, maar die door mensen wordt toegepast. Over de volle breedte van bedrijven, of samenlevingen zelfs. En daar wijkt (de rest van) de natuur af van de mens. De natuur heeft niet een soort onderbewustzijn dat waarschuwingssignalen activeert bij een naderende meteoriet. Die wordt daar gewoon mee geconfronteerd. Mensen, en dus bedrijven, beschikken wel over waarschuwingssignalen, zoals ‘angst’ of ‘bezorgdheid’, maar conservatieve luidruchtigen en andere kortetermijnbelanghebbenden zijn uitstekend in staat om een soort ‘communis opinio’ te bewerkstelligen, dat zo’n signaal vakkundig de mond snoert. “Die klant hebben we al 20 jaar, die blijft ook nog wel 20 jaar”. “De overheid schiet ons heus wel te hulp”.
En ze hebben net zo lang gelijk totdat ze het niet meer hebben.

Een aantal grote banken, die hun bestaansrecht grotendeels ontlenen aan het (vooral door deze instituten zelf overeind gehouden) idée fixe, dat zonder hen 'het systeem' in elkaar klapt, zijn de dino’s van deze tijd. De wereld om hen heen verandert meedogenloos snel, maar ze zijn te groot, te log, en niet meer in staat (en ook niet van zins) om zelf in beweging te komen. Daar verandert geen oranjegekleurde campagne iets aan. De oorspronkelijke dino’s hadden echter geen overheidsinfuus dat ze nog een tijdje kunstmatig in leven hield. Die stierven in no time uit. Dat is het effectieve verschil tussen de val van Lehman Brothers in 2008 en de beroemde planetoïde, 65 miljoen jaar daarvoor. Het grote uitsterven van de dinobanken zal langzaam maar zeker gestalte krijgen in de vorm van: totale irrelevantie.

De wereld om de hedendaagse dino’s heen, die overleeft het wel. Net zoals er na het uitsterven van de prehistorische dino's ook een hele nieuwe biodiversiteit ontstond die zonder dat uitsterven nooit had kunnen ontstaan, komt er nu steeds meer ruimte voor frisse, klantvriendelijke initiatieven. Zoals KNAB, Triodos en ASN. Zij kennen zichzelf en de behoeften van hun klant, zij weten waartoe zij op aarde zijn, of in jargon: zij zijn zich bewust van hun value proposition en handelen daarnaar. Ze denken aan hun klanten en aan de toekomst van de wereld. Zo veroveren ze hun plekje.

2 opmerkingen:

  1. Om een echte tastbare en blijvende verandering te doen plaatsvinden zal je grote impact moeten creëren. De Dino's zullen het zelf niet zomaar opgeven of zich anders gaan gedragen. Vraag jezelf af waarom doen we dit, wie heeft er welk belang en wie profiteerd van welke wijziging. Te vaak zie ik de individuele agenda het belang van het collectief ontstijgen. Positieve resultaten van veranderingen die daaruit voortvloeien zijn meestal in het duister te vinden. Gemeenschappelijk belang moet leiden tot het overbruggen van individuele obstakels hoe moeilijk dat ook soms is. De zoektocht naar de wens en het nastreven van de ewig gewenste democratie komt daarbij meestal van onderaf. Als je dat herkend kan je er mee werken. Niemand zit overigens te wachten op een regen van meteorieten, er moet wel ruimte blijven voor de wederopstanding of de evolutie van een niewe soort en wereld.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Patrick, uitstekende duiding van iemand die overduidelijk met alle aspecten van transformaties te maken heeft gehad! Dank!

    BeantwoordenVerwijderen