maandag 27 juni 2011

Bank junior

-->

Er was eens een bankje. Zijn naam was Bank junior. Het was nog een klein bankje, en zoals alle kleine bankjes doen, speelde Bank junior vaak met slagertjes, bakkertjes en schildertjes. En Bank jr. hielp ze af en toe een beetje als dat nodig was.
- Bankje en zijn vriendjes op jonge leeftijd -
illustratie Albert Jan Rasker
 



Het was een slim en nieuwsgierig bankje. Papa Bank en moeder hadden hem geleerd dat hij niet teveel geld moest snoepen, want dan zou hij dik worden. En zeker nooit geld van vreemden aannemen. Bank jr. groeide op in voorspoed en leerde zorgvuldig met zijn geld omgaan.
Toen sloeg het noodlot toe. Want mensen op straat zeiden dat het niet goed ging met papa Bank. Dat was niet waar, maar heel veel mensen vertrouwden het niet en haalden al het geld uit papa Bank. Toen ging papa Bank dood van de honger. Bank jr. en zijn moeder bleven berooid achter.
Ze moesten opeens elk dubbeltje omdraaien en aten soms zelfs noodgedwongen zwart geld.

Maar op zekere dag lachte het geluk Bank jr. en moeder weer toe. Moeder kwam een zekere meneer B. Stuurder tegen, die Bank jr. vroeger ook weel eens op feestjes had gezien, en trouwde met hem. 
- illustratie Albert Jan Rasker -

Meneer Stuurder had moeder altijd al wel leuk gevonden, maar toen was papa Bank er nog. En hij was goed voor Bank jr. Hij leerde hem zelf zijn zaakjes voor elkaar te krijgen. Meneer Stuurder zei tegen hem: "je bent altijd heel goed voor je vriendjes geweest. En omdat ze jou zo vertrouwen kun je ze misschien nog beter helpen. Met het kopen van luxe speelgoed bijvoorbeeld, want dat kunnen ze vast goed gebruiken. En omdat je ze zo goed helpt mag je er best wat meer voor terugvragen. Ik help je wel een beetje. Ik pas wel een beetje op je geld, zodat jij je vriendjes kan helpen". En zo gebeurde het.
En toen kreeg Bank jr. opeens heel veel meer vriendjes. Horecaexploitantje, Projectontwikkelaartje,  Belhuisje en nog veel meer. Zoveel vriendjes dat hij helemaal geen tijd meer had om met zijn oude vriendjes te spelen. "Ga maar met Tussenpersoontje spelen", zei hij dan tegen hun.
En toen ging het mis. Bank jr. had meer geld nodig om nieuwe vriendjes te vinden. "Mag ik wat van mijn geld hebben waar u op past", vroeg hij aan zijn stiefvader Stuurder. "Dat kan nu niet" antwoordde Stuurder. "Ik heb het belegd in duur speelgoed, voor de lange termijn. En ik heb nu geen tijd meer voor je". Daar zat Bank jr. dan.
En zijn vriendjes hadden heel hard meer speelgoed nodig. En hij kon ze niet helpen.
"Dan gaan we wel naar meneer Stuurder toe", zeiden ze, "die wil ons vast wel helpen".
Zo bleef Bank jr. voor de tweede keer berooid achter. Ondertussen had de heer Stuurder moeder ook nog verlaten voor een jongere vrouw en was hij in een heeeel groot kasteel om de hoek gaan wonen. Onderwijl moesten Bank jr. en moeder overleven in een klein tuinhuisje.
Bank jr. kwam meneer Stuurder nog wel eens tegen op straat. Hij riep dan "Ik wil mijn geld terug, gemenerik, het is mijn geld!". Meneer Stuurder deed of hij Bank jr. niet hoorde. En niemand wilde Bank jr. helpen, want meneer Stuurder had heel veel sterke vriendjes. Uiteindelijk ging Bank jr. ging maar als hulpje aan de slag bij een grotere bank om eten op tafel te krijgen.
Bank jr. werkte hard. En het talent van Bank jr. bleef niet onopgemerkt. En zo kwam hij in contact met de heer A. Houder. 
- illustratie Albert Jan Rasker -

A. Houder was een joviale man die potentie zag in Bank jr. en geld in hem wilde stoppen. Toen moest hij gaan praten met een aantal mensen over wat hij met dat geld kon gaan doen. Zoals met de heer K. Termijn en mevrouw Graai. De jongere zus van K. Termijn, mejuffrouw L. Termijn kwam ook nog wel eens langs, maar op het laatst werd ze nooit meer uitgenodigd. "Wat een zeurpiet!" zei de heer Houder dan.
Het jonge bankje sprak meneer Houder nog wel eens aan op wat meneer Stuurder had uitgespookt. "Ach" zei meneer Houder dan, "dat soort mensen denken alleen maar aan zichzelf, jongen. Wees maar blij dat je er niks meer mee te maken hebt".
Bank jr. kreeg weer steeds meer vriendjes. Wel was hij wat voorzichtiger geworden. "Heb je dat nu echt nodig?" vroeg hij wel eens als Bezorgpizzeriaatje kwam praten over hoe hard hij een bezorghelikopter nodig had, omdat zijn klanten nou eenmaal snelle service verlangden.
- de gewenste bezorghelikopter -
(door Albert Jan Rasker)
 
Soms weigerde hij te helpen. "Volgens mij heb jij helemaal geen luxe jacht nodig" zei hij dan tegen Viswinkeltje". Maar Viswinkeltje pikte dit niet en ging erover praten met Verzekeringshuisje. En Verzekeringshuisje vertelde het verder aan Golfclubexploitantje. En laat daar nou net de heer Houder aan de bar van het clubhuis zitten meeluisteren.
En die werd woedend. "Heb jij wel eens gehoord van de klant is koning!" bulderde hij toen hij het kantoortje van Bank jr. binnenstormde. "De klant bepaalt wat hij wil, niet jij, en het is jouw taak om hem vol te stoppen met geld, voordat een ander het doet!". Hij haalde direct zijn geld uit Bank jr. en ook het geld dat de bedremmeld achterblijvende Bank jr. intussen zelf verdiend had. "Rente" mompelde meneer Houder nog terwijl hij naar buiten beende, waar hij opgewacht werd door de limousine van de heer Stuurder. Want meneer Stuurder en meneer Houder bleken hele goeie vriendjes te zijn.
Bank jr. en zijn moeder hadden niks meer over behalve illusies.

De heer Houder bouwde van het geld van Bank jr. een kasteel naast dat van de heer Stuurder. Ze werden allebei steeds dikker. Ze kregen ook steeds meer vriendjes. Die werden ook steeds dikker. En ze bleven maar geld eten.
Bank jr. had ondertussen zijn oude vriendjes maar weer opgezocht. Slagertje, Bakkertje en Schildertje werkten intussen bij grotere winkels die waren betaald met geld van meneer Stuurder en meneer Houder. Ze hadden weinig, maar waren wel gelukkig. "Arm maar gezond", hielden ze de moed erin.

Op zekere dag zaten Bank jr. en zijn vriendjes in het dorpshuisje gezellig thee te drinken en elkaar verhaaltjes te vertellen. En toen opeens: BOEM!! een grote knal en daarna nog een grote knal  BOEM! en nog veel meer grote knallen. BOEMBOEMBOEM!
- De Grote Bankenexplosie -
(
illustratie Albert Jan Rasker)

Toen Bank jr. en zijn vriendjes eindelijk voorzichtig naar buiten durfden te kijken, zagen ze brandende dikke benen en dikke armen en dikke hoofden voorbij vliegen en stukken kasteel van meneer Stuurder, meneer Houder en al hun vriendjes. Ze hadden zoveel geld gegeten dat ze waren ontploft! Niks bleef er van ze over, alleen een laagje as.
Bank en zijn vriendjes schrokken zich een hoedje, maar stonden op voldoende afstand om  zich niet te bezeren.
Toen ze van de schrik waren bekomen wees Bank jr. in de richting waar alle ledematen vandaan kwamen vliegen en zei: "volgens mij ligt daarginds nu een flink stuk terrein braak. Zullen we daar een dorpje met wat winkeltjes bouwen?".
Alle vriendjes reageerden enthousiast. "Ik word slager!" riep de een. "En ik bakker!" zei nummer twee. "Dan word ik schilder!" zei Schildertje.
"Ik help jullie wel", zei Bank jr.
En ze leefden nog lang en gelukkig.