vrijdag 24 mei 2013

Help! Indringers!

Het gaat eigenlijk altijd mis. Olifanten die (door de mens) in Australië tussen de lokale fauna worden geplaatst om brandbare gewassen weg te eten. Oorlog. Werkt niet. Introductie van de python in Florida. Vreten alle (inheemse) lynxen op.
- welkom?-                      door Albert Jan Rasker


Een organisme leeft in een bepaalde habitat omdat het daar geboren is, maar het blijft omdat het zich daar het prettigst voelt. Het kent zijn vijanden en prooien, de seizoenen en het klimaat, en daardoor heeft het een goede overlevingskans. Zelfs nomadische dieren verblijven alleen in omgevingen waarin ze zich vertrouwd voelen. Het verhuizen naar andere klimaatzones, daar gaan vele generaties overheen. Als je soorten dus zomaar in een nieuwe omgeving plaatst, dan zal zowel het organisme als zijn nieuwe omgeving onnatuurlijk gedrag gaan vertonen. De 'indringer' zal ofwel worden verjaagd of gedood door de inheemse soorten (natuurlijke balans wordt hersteld), of hij gaat overheersen (natuurlijke balans wordt langdurig beschadigd). De tussenvorm is een vaak lange, soms heftige strijd tussen het inheemse en het vreemde. Natuurwetten kennen geen proportionaliteit of redelijkheid. Waar kennen we dit van?  
Nadat wij Nederlanders, eeuwen geleden, de bevolking van Nederlands-Indië ons geloof en onze gewoonten door de strot hadden geduwd, in ruil voor haar natuurlijke bronnen, hebben we lang gedacht dat we de boel onder controle hadden en er een soort van vrede heerste. Deze illusie hadden veel kolonisatoren. Maar we bleven vreemdelingen, indringers, daar veranderen een paar eeuwen onderdrukking niks aan. De tegenreactie is onvermijdelijk. En wij noemen die, als zij zich manifesteert als buitenproportioneel geweld, terrorisme.   
Kolonialisme is passé. Maar hoe noem je dan het financieel en politiek ondersteunen van de lokaal gehate onderdrukkers en hun handlangers? Met als doel onze multinationals ongelimiteerd gebruik te laten maken van goedkope voorzieningen, grondstoffen en arbeid? Is dat niet gewoon kolonialisme in disguise? Kan het ook anders?  
De natuur geeft talloze voorbeelden van diersoorten die zich, met enige aanpassing, over grote delen van de wereld verspreid hebben, en in zeer diverse habitats hun plekje hebben veroverd. Neem runderen, neem katachtigen, neem honden. Dit konden ze doen door in elk geval geen structureel bedreigende factor te zijn voor de natuurlijke balans in hun nieuwe leefgebied. Ze drongen zich niet op, maar gingen erin op. Zij pasten zich aan aan het leefgebied, voegden hun eigen positieve eigenschappen toe en werden zo een onderdeel van de lokale Circle of Life. Een dergelijke assimilatie wordt in de VS de Melting Pot genoemd. Die werkt redelijk succesvol voor het respectvol opnemen van vreemde culturen op het eigen grondgebied (nou ja eigen...gepikt van de indianen). Daarbuiten laten de VS vaak een heel ander gezicht zien. Nu storen we ons in Europa niet echt aan megalomane uitingen van Coca Cola en Mac Donalds. Die passen wel in onze habitat, ze komen zelfs voort uit onze eigen genen. 
Maar in bijvoorbeeld Arabische landen is een heel andere natuurlijke balans. Niet een betere, niet een slechtere, niet een minder ontwikkelde, maar een andere. Die balans heb je als vreemdeling te respecteren. Help de onderdrukten, niet de onderdrukkers, want dat zijn zelf parasieten van de habitat. Kom uit die compounds, toon oprechte belangstelling. Zo verover je blijvend een plekje. Ook als bedrijf.

vrijdag 12 april 2013

Waarom overleeft het familiebedrijf wel?


Waarom overleven familiebedrijven bijna elke crisis? Hierover zijn veel verschillende theorieën. Zoals: een vertrouwde manier van leidinggeven geeft ook vertrouwen als het tegenzit. Of: het management blijft trouw aan zijn eigen principes. En: men is bereid nog harder te vechten voor iets dat gecreëerd is door eerdere generaties.  Allemaal waar. Toch wil ik er nog iets aan toevoegen. Namelijk dat familiebedrijven een natuurlijke structuur hebben. Dat zal ik uitleggen aan de hand van een metafoor, ontleend aan de natuur.

Bij een jonge varen zijn de bladeren nog opgerold. Het blad heeft zijn uiteindelijke structuur al wel, maar deze wordt pas zichtbaar als het blad zich ontvouwt. Voor alle jonge planten geldt dat ze groeien vanuit hun eigen structuur. Dat is wat ze, samen met een gezonde voedingsbodem, uiteindelijk sterk en bestendig maakt. Als je van buitenaf de basisstructuur (wortels en stam) probeert te veranderen dan is de kans dat ze het overleven klein.

- oorspronkelijke structuur - (afb AJ Rasker)

Een familiebedrijf heeft ook zijn wortels en zijn stam. Die bepalen de ziel, de bedrijfscultuur. Vandaar uit kan hij groeien. Het staat niet van tevoren vast hoe hij zal groeien, want de omstandigheden en de omgeving hebben daarop grote invloed en die zijn aan verandering onderhevig. Maar hij groeit altijd vanuit zijn basisstructuur. Die basisstructuur wordt gevormd en bewaakt door mensen die zelf vanuit die structuur gevormd zijn. Zij weten daarom welke voeding nodig is om die structuur steeds verder te verstevigen en daardoor verdere groei mogelijk te maken. Zij snoeien als dat nodig is. En zij plukken hem niet leeg voor direct vruchtgebruik (winstmaximalisatie korte termijn), maar kijken naar de lange termijn.


Crisis!
In crisistijd gaan veel management/business consultants bedrijven evangeliseren met de volgende boodschap: "je hebt ons nodig om te overleven". Het is precies andersom, maar dat even terzijde. Veel consultants hebben nooit voor eigen rekening een bedrijf gerund. Wel beheersen zij vaak prachtige theoretische modellen die op papier onvermijdelijk tot succes leiden. De factor mens wordt in die modellen, om fouten te vermijden, geminimaliseerd. Je kunt je afvragen of deze modellen in de praktijk in welke organisatie dan ook kunnen werken, maar dat is niet wat ik hier aan de orde wil stellen. Dat is iets veel wezenlijkers. Deze modellen hebben namelijk een eigen basisstructuur. En deze basisstructuur willen ze dus gaan implementeren in een oude basisstructuur. Of nog erger, deze vervangen. Om de metafoor van de boom te gebruiken: je gaat dus nieuwe wortels en stam in de oude wortels en stam proberen te stoppen. Denkt u dat de boom het gaat overleven?
- de nachtmerrie van een familiebedrijf- (door AJ Rasker)


Mensen die al generaties hun ziel en zaligheid in het familiebedrijf stoppen snappen dit en krijgen hier de kriebels van. Als management consultants daar tijdens het opdissen van hun verkoopverhaal geluk hebben, mogen ze hun kopje koffie nog opdrinken.

Voor niet-familiebedrijven gelden uiteraard precies dezelfde regels, maar om de een of andere reden zijn directies daar toch vaak ontvankelijker voor deze beroepsgroep.  En zolang partijen aan beide zijden van de tafel in hun verhaal geloven blijft het sprookje, namelijk dat je van buitenaf structuur kunt aanbrengen, in stand.

Waar is die olifant met die grote snuit als je hem nodig hebt?

donderdag 4 april 2013

het bananenperspectief

Stelt u zich het volgende voor: een kolonie bavianen heeft een mooi eigen plekje in de jungle. Hun favoriete dis: bananen. Deze halen ze uit hun beste bananenboom, die staat op hun eigen mooie plekje. Op een kwaad moment gaat de bananenboom steeds minder vruchten geven. En de vruchten worden ook nog een steeds kleiner. Totdat op een kwade dag er zelfs helemaal geen bananen meer groeien. En zelfs geen bladeren meer. De oude bladeren worden bruin en vallen op de grond. Er komt schimmel op de stam. Ook de bomen in de buurt worden aangetast en sterven af. Maar de apen blijven in de boom geloven en wachten geduldig tot hij weer prachtige bananen zal schenken. Tot zo ver. Vindt u dit een vreemd verhaal?  
Dan heb ik er nog een: een bedrijfspandeigenaar heeft een mooi stukje grond op een bedrijventerrein. Zijn favoriete bezigheid is het verhuren van bedrijfsruimte. Dat verhuren doet hij aan bedrijven, in zijn eigen bedrijvenpand op zijn mooie stukje. Hij heeft het voor 40 miljoen euro op de balans staan. Op een kwaad moment verdwijnen er een paar huurders. En de verhuurinkomsten van de overgebleven huurders worden ook steeds lager. Totdat op een kwade dag alle huurders verdwenen zijn. Het wordt ook niet meer schoongehouden. En ook niet meer onderhouden. Er ontstaat betonrot en de muren beginnen te schimmelen. De verf bladdert af. Ook de panden in buurt staan leeg en zijn in verval. Maar de bedrijfspandeigenaar laat het pand voor 40 miljoen euro op de balans staan en wacht geduldig tot het weer gevuld is met de-hoofdprijs-betalende huurders.  
Nu ga ik u iets verklappen: het eerste verhaal is niet echt gebeurd. Zo dom zijn apen niet, die gaan op zoek naar alternatieven.
- met hetzelfde gemak....-               (afb. door AJ Rasker)

De mens daarentegen is een rationeel wezen. Ik heb een definitie van 'rationeel' gegoogled: 'alles wat verband houdt met of gebaseerd is op de gave van de mens om consequent te kunnen redeneren'. Als je de ratio van het tweede verhaal (waar duizenden waargebeurde varianten van opgetekend zijn) vanuit die definitie beoordeeld dan mag je dat best zorgelijk noemen. Want dan doen we dit dus consequent.
De Amerikaanse economie moddert maar wat perspectiefloos aan, maar Wall Straat staat zo’n beetje op een ‘all time high’.  De luchtvaartsector die stoïcijns de stijgende trend van het internationale vliegverkeer naar de komende decennia extrapoleert. Alleen al kerosinetechnisch totaal onrealistisch, maar er zijn nog veel meer genegeerde bottlenecks. Ratio en verbeeldingskracht geven ons tools om de prachtigste dingen te creëren. Eerst eenvoudige handbijlen, vuur en het wiel, later een stoommachine en een iPad. En wie weet zitten we straks op Mars. Maar soms persen we aanzienlijk meer lucht door het ventieltje dan reëel is. Met de wens van de investeerder als vader van dit soort gedachteballonnetjes. Een wens die op korte termijn vertaald moet worden in harde cijfers met zoveel mogelijk nullen. Maar 1 miljard maal nul bananen is nog altijd nul bananen. Daar hoef je geen ingewikkelde berekeningen op los te laten. En een baviaan verspilt daar dus ook geen tijd aan.

woensdag 13 februari 2013

De lijdensweg naar Succes! Of de weg die leidt naar lol?

Gisteren sprak ik met een goede oude bekende, Ad Aarts, bij wie ik ooit de cursus persoonlijke effectiviteit heb gedaan (zeker een aanrader voor de zoekende mens! ). Eens in de zoveel jaar brengt het lot ons weer bij elkaar, zo ook nu. Al filosoferend kwamen we op het thema ‘succes’, en dan met name de route ernaartoe. En wat de potentiële blokkades zijn die je ervan weerhouden. Wat is dat ene dooie punt waar je overheen moet? Toen zei Ad: “Maar waarom noem je het doel ‘succes’? Waarom niet gewoon ‘lol’ of zo?”. Tja… waarom niet eigenlijk?
Dit activeerde bij mij een aantal vragen.
Ten eerste: Hoe definieer ik ‘succes’? (ja, ik maak dit heel persoonlijk)
Verwacht hier geen bijster originele benaderingen: ik ben ook gewoon gevormd door de cultuur waarin ik ben opgegroeid. Dus: een riant inkomen, met alle bijbehorende luxe toeters en bellen, liefst steeds meer. En aanzien natuurlijk, ook liefst steeds meer. Dat soort dingen.
Volgende vraag: Heb ik daar iets mee?
Neuh. Oei!
Dan nog een andere vraag: Hoe bereik je dat ‘succes’?
Nou, daarvoor moet je heel hard werken. Minimaal 80 uur per week, zo is mij al op hele jonge leeftijd ingeprent. En de merendeel van de activiteiten die je zult moeten ontplooien, zo’n 80%, is niet leuk. En je zult ook moeten werken met mensen waar je de kriebels van krijgt. Brrrr..
Nu heb ik dus al twee problemen: (i) ik heb niks met het door mij zelf gedefinieerde eindresultaat ‘succes’ en (ii) de route ernaartoe is ook nog een drama. Een lijdensweg naar de hel.
Hoe calvinistisch moet je zijn om daar energie van te krijgen?

Succes in de natuur

- dit had de beroemde rotsscene uit de film Turtle King kunnen zijn -
Tekening Albert Jan Rasker
Mijn grote inspiratiebron dus maar weer eens geconsulteerd. Hoe definieert de natuur succes? In termen van macht, wat voor sommigen synoniem is aan succes, zou je hierbij kunnen denken aan alles overheersende soorten, zoals tot een jaartje of 65 miljoen geleden de Tyrannosaurus Rex. Maar toen het hem (letterlijk) wat te heet onder voeten werd was ie ook zo weg (de dino's waren toen trouwens al op hun retour). De mens dan? Dat moeten we nog maar bewijzen. We zijn er nog maar heel kort, zo’n 2 miljoen jaar, en als we het nog een langere tijd willen volhouden, zullen we uit hele andere vaatjes moeten gaan tappen. Ik neig ernaar om succes in de natuur af te meten aan de tijdspanne die je in staat bent om, als soort, op aarde te overleven. En dan kom je vaak uit bij soorten met een veel minder heroïsche uitstraling en die helemaal niet zo nodig moeten heersen, maar die juist in volledige harmonie met hun habitat leven. Een schildpad. Een mier. Maar wat een flauwekul eigenlijk. Want de natuur houdt zich helemaal niet bezig met het definiëren van het begrip succes, laat staan met het bereiken ervan. Dat heeft de Mensch bedacht.

Maar als ik met ‘succes’ niks heb, waarmee dan wel?
Vroeger was ik een vrij goede schaatser. De medailles die dat opleverde waren leuk, maar lol had ik aan de kleine beetjes progressie die ik iedere keer boekte. Als ik een uitdagend idee heb voor een kunstwerk, dan geeft het geslaagde eindresultaat mij zeker voldoening. Maar de echte lol heb ik dan al gehad. Ik merk dat ik nu plezier beleef aan het schrijven van deze blog. Ergo: mezelf iedere keer uitdagen en opgaan in het daaropvolgende proces. Als iemand vervolgens het eindresultaat als ‘succes’ wil bestempelen, be my guest. De lol die ik dan al gehad heb neemt niemand mij meer af.

Zo deze blog is bijna af, het is weer mooi geweest. Ik hoop dat u er plezier aan beleefd heeft. Mocht dat het geval zijn: ik heb mezelf de uitdaging gegeven ervoor te zorgen dat mijn blog door steeds meer mensen gelezen gaat worden. Ik hoop dat u die lol met mij en anderen wilt delen! Ad Aarts, dank voor de inspiratie!

vrijdag 25 januari 2013

Veranderen of totale irrelevantie?

Het bekende fenomeen in veranderingsprocessen: er moet eerst iets schokkends gebeuren waardoor de oude realiteit onmiskenbaar geen toekomst meer heeft, voordat men bereid is die nieuwe realiteit te accepteren en daadwerkelijk dingen anders te gaan doen. Maar dit is niet iets puur psychologisch, het is gewoon een natuurwet.
Wat is zoiets schokkends? Bij mensen kan het dan gaan over overlijden van een naaste, scheiding, ontslag, of een ernstig auto-ongeluk met blijvend letsel. Bij bedrijven over verlies van de enige klant, faillissement of een nieuwe buitenlandse toetreder die je activiteiten plotsklaps irrelevant of veel te duur maken.

Natuurwet?
De natuur vertoont heel af en toe ook radicale, onomkeerbare verschijnselen: een ijstijd, een inslaande planetoïde of een oceaan die een heel eiland wegvaagt, om een paar voorbeelden te noemen. De weg naar de oude situatie is afgesloten, de organismen die getroffen worden zullen het met die nieuwe realiteit moeten doen. Als ze daarop niet toegerust zijn: pech gehad. Het grote uitsterven van de dino’s na de inslag van een planetoide is hiervan het meest sprekende voorbeeld.

Voor minder is de natuur niet bereid zich aan te passen: na een aardverschuiving staat na een jaartje of honderd weer dezelfde flora op dezelfde helling, die wordt aangevreten door de nazaten van de fauna die dezelfde ramp heeft overleefd. Alsof er nooit wat gebeurd is. Datzelfde geldt voor een tsunami, een vulkaanuitbarsting, een tropische storm en een aardbeving. Het is geen feestje als je erbij bent, maar de natuur vindt altijd weer een nieuwe balans. En die nieuwe balans benadert de oorspronkelijke altijd zo dicht mogelijk. Terug naar de status quo.

En zo gaat het bij de meeste grote bedrijven dus ook: wat er ook gebeurt, als het maar enigszins mogelijk is, terug naar de status quo. Het schier onafwendbare lot, dezelfde bananenschil waar je iedere keer weer over uitglijdt. “We gaan het nu echt anders doen!” is meestal het startschot voor een wedstrijdje hakken in het zand. Die wedstrijd manifesteert zich uiteraard niet aan de oppervlakte, want daar is de teneur: “Hè hè, eindelijk een frisse wind!”  en “we gaan ervoor!”. Er zullen er ook echt wel zijn die wel willen, maar de kritische massa zorgt ervoor dat de hele exercitie uiteindelijk niet meer is geweest dan een rimpeling in het water. Een jaar later is alles weer bij het oude, twee jaar later praat niemand er meer over.

Zelfs als de boodschap wordt gebracht met een dreigend “want anders….”, dan zal dat tussen de oren van de toehoorders doorechoën als “waar heb ik dat eerder gehoord?”

- van wie hebben de struisvogels het geleerd? -
tekening Albert Jan Rasker
“De kop in het zand steken” is een uitdrukking die aan struisvogels wordt toegedicht, maar die door mensen wordt toegepast. Over de volle breedte van bedrijven, of samenlevingen zelfs. En daar wijkt (de rest van) de natuur af van de mens. De natuur heeft niet een soort onderbewustzijn dat waarschuwingssignalen activeert bij een naderende meteoriet. Die wordt daar gewoon mee geconfronteerd. Mensen, en dus bedrijven, beschikken wel over waarschuwingssignalen, zoals ‘angst’ of ‘bezorgdheid’, maar conservatieve luidruchtigen en andere kortetermijnbelanghebbenden zijn uitstekend in staat om een soort ‘communis opinio’ te bewerkstelligen, dat zo’n signaal vakkundig de mond snoert. “Die klant hebben we al 20 jaar, die blijft ook nog wel 20 jaar”. “De overheid schiet ons heus wel te hulp”.
En ze hebben net zo lang gelijk totdat ze het niet meer hebben.

Een aantal grote banken, die hun bestaansrecht grotendeels ontlenen aan het (vooral door deze instituten zelf overeind gehouden) idée fixe, dat zonder hen 'het systeem' in elkaar klapt, zijn de dino’s van deze tijd. De wereld om hen heen verandert meedogenloos snel, maar ze zijn te groot, te log, en niet meer in staat (en ook niet van zins) om zelf in beweging te komen. Daar verandert geen oranjegekleurde campagne iets aan. De oorspronkelijke dino’s hadden echter geen overheidsinfuus dat ze nog een tijdje kunstmatig in leven hield. Die stierven in no time uit. Dat is het effectieve verschil tussen de val van Lehman Brothers in 2008 en de beroemde planetoïde, 65 miljoen jaar daarvoor. Het grote uitsterven van de dinobanken zal langzaam maar zeker gestalte krijgen in de vorm van: totale irrelevantie.

De wereld om de hedendaagse dino’s heen, die overleeft het wel. Net zoals er na het uitsterven van de prehistorische dino's ook een hele nieuwe biodiversiteit ontstond die zonder dat uitsterven nooit had kunnen ontstaan, komt er nu steeds meer ruimte voor frisse, klantvriendelijke initiatieven. Zoals KNAB, Triodos en ASN. Zij kennen zichzelf en de behoeften van hun klant, zij weten waartoe zij op aarde zijn, of in jargon: zij zijn zich bewust van hun value proposition en handelen daarnaar. Ze denken aan hun klanten en aan de toekomst van de wereld. Zo veroveren ze hun plekje.

vrijdag 23 november 2012

Levensverschijnselen in business


Een van de eerste dingen die ik tijdens de biologielessen in de brugklas leerde waren de natuurlijke levensverschijnselen: stofwisseling, groei, ontwikkeling, interactie met omgeving en, last but not least, voortplanting. 
Deze verschijnselen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden om continuiteit van het individu en de soort te garanderen. Dit gaat over organismen, maar zou het niet net zo goed over bedrijven kunnen gaan? Hoe zit dit dan?
Om te beginnen stofwisseling. In de natuur? Zuurstof, stikstof, voeding, water. Het komt erin en gaat er, in welke vorm dan ook, weer uit. Bij bedrijven? Geld bijvoorbeeld. Als het inkomende meer is dan, en in balans is met de uitstroom, dan kan het organisme groeien (volgende levensverschijnsel). Als dit meerdere verstandig wordt aangewend, dan groeit de organisatie gezond en wendbaar, zo niet dan wordt zij vet en log. Andere voorbeelden van organisatiestofwisseling? Denk aan kennis, informatie, grond- en hulpstoffen. 
 -stofwisseling bij gezond bedrijf-

-stofwisseling bij wereldvreemd bedrijf-
Een klant wees mij op het onderscheid tussen wat je continu nodig hebt (zuurstof), waar je, afhankelijk van de omstandigheden, nog wel een dag zonder kan (water), en waar je wel een paar dagen zonder kunt (voedsel). Wat is Internet/e-mail dan bij uw bedrijf? En de mobiele telefoon? Koffie? Vermommen bij u verslavingen zich nooit als primaire levensbehoeften?
Levensverschijnsel nr 2 Groei is een inkoppertje. Bij organismen gaat dit via celdeling in alle organen. Op jonge leeftijd gaat dat hard, later sterven er net zoveel cellen af als erbij komen, en op het laatst zijn de rollen omgedraaid. Bij gezonde bedrijven geschiedt groei ook organisch, dat wil zeggen vanuit een oorspronkelijke structuur. Maar: als er geen innovatie plaatsvindt, de desintegratie ook.

-inschatten van risico's hoort bij ontwikkeling-
Dan ontwikkeling. Dit levensverschijnsel is gekoppeld aan groei: het opdoen van ervaring, het leren van vaardigheden (en van fouten), het toenemen van kracht, het inschatten van risico's, ervaring. Just like business.

-Wat straal je uit naar je omgeving?-
Interactie met omgeving dan. Hoe communiceer je? Door het geluid dat je maakt, je gedrag, je formaat en je uitstraling. Maar interactie is meer. Een organisme gebruikt hiervoor al zijn beschikbare zintuigen maximaal en continu. Dus gezichtsvermogen, gehoor, gevoel, reuk en de tong. Dat zal hij ook moeten, anders overleeft hij niet in het wild. Er zijn natuurlijke vijanden, natuurlijke obstakels, prooien, parasieten, weersomstandigheden, natuurrampen, seizoenen, waterbronnen: alles hoort bij de habitat. Elke organisatie heeft te maken met  concurrenten, klanten, infrastructuur, leveranciers, partners, conjunctuur, depressies, overheden, reclamebureaus en andere dienstverleners. Ook hier kan het geen kwaad om je zintuigen scherp te houden. Gebruikt uw organisatie al haar zintuigen optimaal? En wat zijn die bedrijfszintuigen eigenlijk? En waar zitten ze allemaal?

-Welke risico's loop je als je niet goed luistert naar je omgeving?-
Maar hoe zit het dan met voortplanting? Wat is er voor nodig om organismen te laten voortplanten? (ik laat de minder romantische versies die door de wetenschap zijn bedacht even buiten beschouwing). Ik zou zeggen aantrekkingskracht tot elkaar. Passie. Zichtbaarheid: je moet je wel laten zien om gevonden te kunnen worden. En vruchtbaarheid, die weer samenhangt met een goede gezondheid van de deelnemende partners. En diversiteit. Genetisch niet te nauw verwant, voor het frisse bloed, de andere perspectieven.
Diversiteit, passie en elkaar aardig vinden. Koppel er een goed idee aan, zorg dat je op de goede plek zichtbaar bent, en volgens mij heb je een prima cocktail voor een reproduceerbaar businessmodel.
Als u uw organisatie tegen het licht houdt vanuit het perspectief van deze levensverschijnselen, herkent u er dan veel in? Wat? Kan uw organisatie er iets van opsteken? 
check ook eens: www.artofspecies.nl 

donderdag 11 oktober 2012

Toeval? Of synchroniciteit!

--
Welke club van brainstormers en creatieven van de wereld wil nou niet die ene ‘killer-app’ verzinnen en zo snel mogelijk in de markt zetten? Liever vandaag dan morgen, voordat een ander het doet. Maar wat bepaalt of iets een succes wordt? En of het dat ook blijft?
Hoe regelt de natuur dat? Hoe ontwikkelt de flora- en faunawereld iets succesvols? Inderdaad, door evolutie. En evolutie is niets meer dan een genetische verandering ten opzichte van je voorgeslacht, die in de omgeving waarin je leeft toevallig goed van pas komt. Krijg je zwemvliezen terwijl je leeft in de woestijn, pech gehad. Maar als je toevallig in een waterrijke omgeving leeft, waardoor je mobiliteit opeens aanzienlijk verhoogd wordt, dan mogen we je van harte feliciteren.
Dus: (i) verandering, (ii) bruikbaarheid en (iii) toeval zijn hier de toverwoorden. Wat kunnen de Willie Wortels hiermee?





Ten eerste (i) verandering. Een inkoppertje. Met meer van hetzelfde ontwikkel je niks. Tenzij blijkt dat het ook voor iets anders (ii) gebruikt kan worden. Zo is het wiel vele malen opnieuw uitgevonden. Kleine aanpassingen voor totaal andere toepassingen. Bij de evolutie van zee- naar landdieren bleken voor vissen overbodige luchtzakjes (iii) toevallig bruikbaar als longen, wat leven op het land mogelijk maakte. Dit was niet gepland, hoewel creationisten daar waarschijnlijk anders over zullen denken.
Nogmaals de vraag: Wat kunnen de Willie Wortels hiermee? Want je kunt je in deze snelle tijd toch niet veroorloven om te wachten tot die toevallig bruikbare verandering zich zomaar aandient? Nee. Maar een leuke technische vinding die nergens voor bruikbaar (applicabel) lijkt te zijn, heeft dezelfde functie als zwemvliezen in de woestijn. Of een iPhone zonder netwerk.

Dus of je nou de behoefte in de markt als uitgangspunt neemt (bruikbaarheid), of dat je leuke dingen bedenkt (verandering), of dat je opportunistisch naar kansjes (toeval) zoekt, de voorwaarden zullen toch samen moeten vallen. Dat is synchroniciteit. En dat kun je alleen maar afdwingen door een open houding aan te nemen voor wat zich aandient. Verbeeldingskracht, nieuwsgierigheid en oog voor wat echt nodig (Why?) zijn vervolgens de grote aanjagers. Dit zijn allemaal natuurlijke eigenschappen, je hoeft ze alleen maar 'aan' te zetten (of 'aan' te laten staan).
Toevalligheden doen zich continu voor, maar je moet ze alleen wel willen zien, op de juiste waarde schatten en actie ondernemen.
Alleen zo kan de mens de evolutie echt een handje helpen.