vrijdag 23 november 2012

Levensverschijnselen in business


Een van de eerste dingen die ik tijdens de biologielessen in de brugklas leerde waren de natuurlijke levensverschijnselen: stofwisseling, groei, ontwikkeling, interactie met omgeving en, last but not least, voortplanting. 
Deze verschijnselen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden om continuiteit van het individu en de soort te garanderen. Dit gaat over organismen, maar zou het niet net zo goed over bedrijven kunnen gaan? Hoe zit dit dan?
Om te beginnen stofwisseling. In de natuur? Zuurstof, stikstof, voeding, water. Het komt erin en gaat er, in welke vorm dan ook, weer uit. Bij bedrijven? Geld bijvoorbeeld. Als het inkomende meer is dan, en in balans is met de uitstroom, dan kan het organisme groeien (volgende levensverschijnsel). Als dit meerdere verstandig wordt aangewend, dan groeit de organisatie gezond en wendbaar, zo niet dan wordt zij vet en log. Andere voorbeelden van organisatiestofwisseling? Denk aan kennis, informatie, grond- en hulpstoffen. 
 -stofwisseling bij gezond bedrijf-

-stofwisseling bij wereldvreemd bedrijf-
Een klant wees mij op het onderscheid tussen wat je continu nodig hebt (zuurstof), waar je, afhankelijk van de omstandigheden, nog wel een dag zonder kan (water), en waar je wel een paar dagen zonder kunt (voedsel). Wat is Internet/e-mail dan bij uw bedrijf? En de mobiele telefoon? Koffie? Vermommen bij u verslavingen zich nooit als primaire levensbehoeften?
Levensverschijnsel nr 2 Groei is een inkoppertje. Bij organismen gaat dit via celdeling in alle organen. Op jonge leeftijd gaat dat hard, later sterven er net zoveel cellen af als erbij komen, en op het laatst zijn de rollen omgedraaid. Bij gezonde bedrijven geschiedt groei ook organisch, dat wil zeggen vanuit een oorspronkelijke structuur. Maar: als er geen innovatie plaatsvindt, de desintegratie ook.

-inschatten van risico's hoort bij ontwikkeling-
Dan ontwikkeling. Dit levensverschijnsel is gekoppeld aan groei: het opdoen van ervaring, het leren van vaardigheden (en van fouten), het toenemen van kracht, het inschatten van risico's, ervaring. Just like business.

-Wat straal je uit naar je omgeving?-
Interactie met omgeving dan. Hoe communiceer je? Door het geluid dat je maakt, je gedrag, je formaat en je uitstraling. Maar interactie is meer. Een organisme gebruikt hiervoor al zijn beschikbare zintuigen maximaal en continu. Dus gezichtsvermogen, gehoor, gevoel, reuk en de tong. Dat zal hij ook moeten, anders overleeft hij niet in het wild. Er zijn natuurlijke vijanden, natuurlijke obstakels, prooien, parasieten, weersomstandigheden, natuurrampen, seizoenen, waterbronnen: alles hoort bij de habitat. Elke organisatie heeft te maken met  concurrenten, klanten, infrastructuur, leveranciers, partners, conjunctuur, depressies, overheden, reclamebureaus en andere dienstverleners. Ook hier kan het geen kwaad om je zintuigen scherp te houden. Gebruikt uw organisatie al haar zintuigen optimaal? En wat zijn die bedrijfszintuigen eigenlijk? En waar zitten ze allemaal?

-Welke risico's loop je als je niet goed luistert naar je omgeving?-
Maar hoe zit het dan met voortplanting? Wat is er voor nodig om organismen te laten voortplanten? (ik laat de minder romantische versies die door de wetenschap zijn bedacht even buiten beschouwing). Ik zou zeggen aantrekkingskracht tot elkaar. Passie. Zichtbaarheid: je moet je wel laten zien om gevonden te kunnen worden. En vruchtbaarheid, die weer samenhangt met een goede gezondheid van de deelnemende partners. En diversiteit. Genetisch niet te nauw verwant, voor het frisse bloed, de andere perspectieven.
Diversiteit, passie en elkaar aardig vinden. Koppel er een goed idee aan, zorg dat je op de goede plek zichtbaar bent, en volgens mij heb je een prima cocktail voor een reproduceerbaar businessmodel.
Als u uw organisatie tegen het licht houdt vanuit het perspectief van deze levensverschijnselen, herkent u er dan veel in? Wat? Kan uw organisatie er iets van opsteken? 
check ook eens: www.artofspecies.nl 

donderdag 11 oktober 2012

Toeval? Of synchroniciteit!

--
Welke club van brainstormers en creatieven van de wereld wil nou niet die ene ‘killer-app’ verzinnen en zo snel mogelijk in de markt zetten? Liever vandaag dan morgen, voordat een ander het doet. Maar wat bepaalt of iets een succes wordt? En of het dat ook blijft?
Hoe regelt de natuur dat? Hoe ontwikkelt de flora- en faunawereld iets succesvols? Inderdaad, door evolutie. En evolutie is niets meer dan een genetische verandering ten opzichte van je voorgeslacht, die in de omgeving waarin je leeft toevallig goed van pas komt. Krijg je zwemvliezen terwijl je leeft in de woestijn, pech gehad. Maar als je toevallig in een waterrijke omgeving leeft, waardoor je mobiliteit opeens aanzienlijk verhoogd wordt, dan mogen we je van harte feliciteren.
Dus: (i) verandering, (ii) bruikbaarheid en (iii) toeval zijn hier de toverwoorden. Wat kunnen de Willie Wortels hiermee?





Ten eerste (i) verandering. Een inkoppertje. Met meer van hetzelfde ontwikkel je niks. Tenzij blijkt dat het ook voor iets anders (ii) gebruikt kan worden. Zo is het wiel vele malen opnieuw uitgevonden. Kleine aanpassingen voor totaal andere toepassingen. Bij de evolutie van zee- naar landdieren bleken voor vissen overbodige luchtzakjes (iii) toevallig bruikbaar als longen, wat leven op het land mogelijk maakte. Dit was niet gepland, hoewel creationisten daar waarschijnlijk anders over zullen denken.
Nogmaals de vraag: Wat kunnen de Willie Wortels hiermee? Want je kunt je in deze snelle tijd toch niet veroorloven om te wachten tot die toevallig bruikbare verandering zich zomaar aandient? Nee. Maar een leuke technische vinding die nergens voor bruikbaar (applicabel) lijkt te zijn, heeft dezelfde functie als zwemvliezen in de woestijn. Of een iPhone zonder netwerk.

Dus of je nou de behoefte in de markt als uitgangspunt neemt (bruikbaarheid), of dat je leuke dingen bedenkt (verandering), of dat je opportunistisch naar kansjes (toeval) zoekt, de voorwaarden zullen toch samen moeten vallen. Dat is synchroniciteit. En dat kun je alleen maar afdwingen door een open houding aan te nemen voor wat zich aandient. Verbeeldingskracht, nieuwsgierigheid en oog voor wat echt nodig (Why?) zijn vervolgens de grote aanjagers. Dit zijn allemaal natuurlijke eigenschappen, je hoeft ze alleen maar 'aan' te zetten (of 'aan' te laten staan).
Toevalligheden doen zich continu voor, maar je moet ze alleen wel willen zien, op de juiste waarde schatten en actie ondernemen.
Alleen zo kan de mens de evolutie echt een handje helpen.

vrijdag 21 september 2012

Human nature, wat is dat?

Als iemand mij vraagt wat ik onder het begrip 'human nature' versta, dan doemen als Pavlov reactie onwillekeurig termen bij mij op als hebzucht, machtswellust, jaloezie,  zelfvernietiging en egoïsme. Niks is lekkerder dan jezelf verheffen door zelfbevlekking van je eigen soort.
Maar is dat beeld terecht? Of worden deze eigenschappen vooral door mensen gebezigd die hun materieel gunstig gezinde status in stand willen houden? Door extravagant rijke mensen die 'territoriumdrift' en 'het recht van de sterkste' als schaamlappen gebruiken voor het alsmaar ongegeneerd uitbreiden van hun imperium? En als schaamlap voor de wijze waarop die uitbreiding plaatsvindt? Toegegeven: vele diersoorten gebruiken ook geweld en andere trucs om een door hun geclaimd stuk terrein te vrijwaren van bedreigende of concurrerende creaturen. Maar zij doen dit uit overlevingsdrang en zullen zich nooit meer toe-eigenen dan voor dat legitieme doel strikt noodzakelijk is.
Dieren in de natuur worden ook nooit te dik. Dat verlaagt namelijk hun overlevingskansen. Voor huisdieren gelden andere maatstaven. Die hebben het verkrijgen van obesitas van hun baasjes geleerd. Letterlijk met de paplepel ingegoten. We delen onze welvaartsziekten graag met andere soorten, alle goede bedoelingen ten spijt.
Toch kies ik ervoor om niet te geloven dat de eerdergenoemde destructieve eigenschappen 'human nature' zijn. Ik geloof namelijk dat de mens van nature een fantasierijk, liefhebbend, scheppend wezen is. En dat die vervelende eigenschappen weeffoutjes van de historie zijn, ontstaan door oneigenlijk gebruik van de fraaiste eigenschap die alleen de mens van de evolutie, of zo u wilt de Schepper, cadeau heeft gekregen: de ratio. Daar had wel een gebruiksaanwijzing bij gemogen. Zo van: "maak gerust mooie dingen van natuurlijke hulpbronnen, maar houdt ze ook in stand voor het leven na u". Want blijkbaar is dat niet vanzelfsprekend. 
Hoe krijg je die nare trekjes bij de mensen eruit?
Om de scheppende eigenschappen bij de mens een kans te geven, hebben mensen een prettige, inspirerende omgeving nodig. Een omgeving die lekker aanvoelt, die je wilt behouden. Ik denk dan niet aan geairconditionde steriele spiegelglasmastodonten, maar een meer menselijke, natuurlijke omgeving. Zeg maar een 'human nature'. Ik heb deze blog ook in het bos bedacht en op m'n iPad uitgetikt. Was me in een geairconditionde steriele spiegelglasmastodont echt niet gelukt.

Werkt u in 'human nature'? Wat mist u? Wat kunt u daaraan veranderen?


donderdag 6 september 2012

Communicatie? Natuurlijk!

-->
Je ontkomt er niet aan: communiceren. Zelfs als je je aan je omgeving wilt onttrekken door stil in een hoekje te gaan zitten, je geeft toch een signaal af.
Maar als je het dan toch moet doen, waarom zou je het dan niet goed doen?
Een stap terug: wat wil je uitstralen? Wat wil je communiceren? Authenticiteit is tegenwoordig het toverwoord.
Hoe word je authentiek?
OK, aan de slag dan maar. Wat is eigenlijk mijn zelfbeeld? Ik ken mezelf al mijn hele leven, dus ik weet precies wat ik ben. Ik weet wat ik kan, hoe ik er uitzie, hoe ik reageer in situaties, ik ken mijn normen en waarden… en mensen reageren altijd op dezelfde manier op mij, dus dat zit wel goed, heel stabiel allemaal. Afijn, stel jezelf een paar kritische vragen en je weet dat ook jouw zelfbeeld niet vrij is van vooroordelen. “ik ben echt zo iemand die…”, “ik zeg altijd maar….”, “bij mij moet je niet…”. U kent  de verschijningsvormen vast wel. Die vooroordelen neem je mee in je gedrag, het wordt een onderdeel van je dagelijkse repertoire, je weet niet beter meer. En daarmee wordt een onderdeel van je zelfbeeld. En dat neem je allemaal mee in je communicatie, je uitstraling. En je gaat oprecht geloven dat het allemaal authentiek is.
En dan heb je het alleen nog maar over authenticiteit op individueel niveau. Al lastig. Wat te denken van het zelfbeeld van een bedrijf? Je zult maar multinational zijn. Ga dan maar eens authentiek zitten wezen.
Er zijn bedrijven, ook grote bedrijven, die een zelfbeeld hebben dat prima aanvoelt. Vind ik dan. Ze weten waarvoor zij op aarde zijn, wat hun kracht is, wat hun zwaktes zijn en waarom ze iets willen. Apple, Albert Heijn, Hema, H&M, Bol.com, om er een paar te noemen. Door dit lekker zittende zelfbeeld zijn ze in staat om hun communicatie zo in te richten dat zelfbeeld en uitstraling in essentie overeenstemmen. Ze weten hoe ze het reclamebureau moet briefen. Uiteraard worden dingen wel eens wat mooier voorgespiegeld dan ze zijn. Maar als je weet dat je kracht ligt op het gebied van ‘operational excellence’ (datgene wat je doet zo goed mogelijk doen), dan zorg je ervoor dat je niet primair wordt beoordeeld op ‘customer intimacy’ (dicht tegen je klant aan zitten) of ‘product leadership’(iets bieden wat een ander niet kan).  Dat laat je je klanten weten. Want die zijn niet gek.
Maar wat nou als een bedrijf een zelfbeeld heeft dat niet ‘natuurlijk’ aanvoelt? Een telefoon- of treinvervoersbedrijf dat hoog van de toren blaast over z’n service, maar ondertussen zichzelf doorlopend in allerlei consumentenprogramma’s moet verdedigen? Of een mobieltjesfabrikant die zichzelf als innovatiepionier ziet, maar zodra er iets echt nieuws komt, pak’m beet een smartphone, nog steeds in het bakkelieten tijdperk blijkt te bivakkeren? Zo gaat je hele communicatiebudget op aan puinruimen, omdat je de publieke opinie af wil dwingen, wil forceren.
Dan zijn er 2 conclusies mogelijk:
1.     Of het bedrijf moet als de wiedeweerga zijn zelfbeeld aanpassen, en de daarbij passende communicatie ergo uitstraling.
2.     Het bedrijf heeft zijn bestaansrecht reeds verloren en mag blij zijn als het nog wordt overgenomen door een concurrent.
Het niet in acht nemen van conclusie 1 leidt, zodra de zakken met geld echt leeg zijn, onvermijdelijk tot conclusie 2.

Ik gebruikte al even het woord ‘natuurlijk’. Want hoe werkt dit in de natuur?
Simpel: niet. Er bestaat niet zoiets als een gazelle die denkt dat ie een leeuw is en zich ook zo voordoet. Of een haai die doet alsof ie een rots beklimt. Laat staan dat hij er zelf in gelooft dat ie dat kan en daarom al zijn zwem- en jachttalenten maar laat voor wat ze zijn.
Voelt dit natuurlijk aan?
Het creëren van valse zelfbeelden is dus exclusief voorbehouden aan het meest ontwikkelde organisme op deze planeet: de Homo Sapiens.
Zijn we evolutionair iets te ver doorgeschoten? Nee, dat denk ik niet. Maar we zijn wel een beetje vergeten waar we vandaan komen. En wat we zijn. De ratio stelt ons in staat om allemaal prachtige dingen te bedenken en geeft ons daarmee een onoverbrugbare voorsprong op alle andere levende wezens. Maar zij stelt ons ook in staat om onszelf allerlei goede en slechte eigenschappen toe te dichten, waarbij het gevoel, het natuurlijke instinct, overruled wordt. En als je er eenmaal zelf in gelooft dat jij een echte salestijger bent, dan heb je een ander zo overtuigd. Maar voor hoe lang?
Wil communicatie op de lange termijn werken dan zal eerst het zelfbeeld moeten kloppen. Dat is een kritisch onderzoek waard, en het gevoel, je instinct, je natuur zouden daarbij niet  ondergeschikt moeten zijn aan de ratio. Dat geldt ook voor bedrijven. Want echt, al overtuigt hij iedereen ervan dat hij het kan: die haai gaat die rots niet beklimmen.

vrijdag 17 augustus 2012

Corporate bloedsomloop


Het is eenvoudig om een vergelijking te maken tussen de bloedsomloop van een willekeurig zoogdier en een gezonde organisatie.
Het zoogdier: 
Het hart pompt het bloed inclusief zuurstof rond langs alle organen en zorgt dat er overal voldoende is om het hele metabolisme vitaal (dit woord gaat u vaker lezen) te houden. In tijden van schaarste zorgt de natuur ervoor dat de hersenen in de bloedaanvoer prioriteit krijgen, omdat daar, komt het woord weer, vitale keuzes gemaakt moeten worden. Een soort van crisiscentrum, dat interactief contact heeft met alle organen en ledematen via het zenuwstelsel, trouwens ook een zeer vitaal orgaan. De pijn die in een orgaan wordt gevoeld, wordt zodoende direct gevoeld door de hersenen. Dwarslaesiepatiënten kunnen dit bevestigen, want zij weten wat ze niet meer voelen.
Dan een gezonde organisatie: 
Op procesmatige wijze worden alle afdelingen van de nodige bronnen en informatie voorzien, zodanig, dat de hele organisatie vitaal blijft. (heel lafjes gebruik ik hier de lijdende vorm, omdat een organisatie zelf vast moet stellen wat haar 'hart' is. Dat geldt niet voor de hersenen, die durf ik wel te benoemen, in de volgende zin al). Als het even flink tegen zit zal als eerste de organisatieleiding, de hersenen, van de noodzakelijke bronnen en informatie moeten worden voorzien, zodat zij vitale keuzes kan maken. Via het interne communicatiesysteem, trouwens ook een zeer vitaal orgaan, is er interactief contact met alle afdelingen. De problemen die op een bepaalde afdeling worden beleefd, worden zodoende direct gevoeld door het management. De bedrijfsmetafoor voor een dwarslaesiepatiënt laat ik graag aan uw fantasie over, maar ik vermoed dat het resultaat niet op eigen benen zal kunnen staan.
Hoe dan ook, een evenwichtige verdeling en circulatie van bronnen en informatie zijn van vitaal belang om een evenwichtige groei te realiseren.
Wat zijn dan die bronnen en informatie die door de organisatie circuleren? Geld? Jazeker, maar er is meer. Zoals toegang tot informatie en hulpmiddelen. Afdelingen, net als organen, moeten zelfstandig hun onderdeel van het proces kunnen uitvoeren, dus er moeten altijd genoeg geld, informatie en middelen zijn om zo'n orgaan lekker te laten functioneren. Bij een gezond organisme regelt de natuur dit. Bij een organisatie moeten de leiding ervoor zorgen dat het hart de afdelingen, of organen, op evenwichtige wijze voorziet van de benodigde bronnen. Maar de organen moeten zelf ook aangeven wat ze nodig hebben om goed te functioneren. In de discussie die daarop volgt zou het eindresultaat niet mogen zijn dat de afdeling net genoeg heeft om zijn taken nog enigszins te kunnen uitvoeren. En dat als er opeens meer nodig bljikt te zijn, ze dan in godsnaam maar een verzoek bij de leiding moeten indienen. Want de leiding heeft nog een zeer grote verantwoordelijkheid: zorgen dat de circulatie op gang blijft. En daar is vertrouwen voor nodig. Vertrouwen in de goede uitvoering van de procestaken door de organen. En dat vertrouwen begint bij de hersenen.
Wat vindt u trouwens dat het hart is in uw organisatie?

woensdag 4 januari 2012

Leiderschap en evolutie

Hoe overleeft een organisme in zijn natuurlijke omgeving? Door zich aan te passen aan die omgeving. En door zich weer aan te passen als die omgeving verandert. Een no brainer. In het bedrijfsleven hebben we het dan over ‘met je tijd meegaan’ en ‘aanvoelen wat je klant nodig heeft’ (of nodig denkt te hebben). Maar in feite is dat precies hetzelfde.


Hoe werkt dat in de natuur?
De plotselinge catastrofe
Als een levend organisme verrast wordt door plotseling veranderende omstandigheden, zeg een verwoestende overstroming, dan heeft hij geen tijd om even te muteren tot een schepsel dat vinnen en schubben heeft. Hij zal het dus moeten doen met wat hij heeft. Misschien kan hij al zwemmen en zwemt hij gewoon naar de (verplaatste) oever. Of blijkt hij door zijn onderhuidse vet een natuurlijk drijfvermogen te hebben. Of hij klampt zich met zijn klauwen vast aan iets dat blijft drijven en hopelijk ooit aanspoelt. Of hij heeft gewoon pech en wordt verzwolgen door de watermassa.
Zoals gezegd: hij zal het moeten doen met wat hij op dat moment heeft.

In het bedrijfsleven heet dat ‘improviseren’.
Waarbij organismen uit de natuur het voordeel hebben dat in het geval zich een catastrofe voordoet, geen hinderlijke processen, hiërarchische structuren en machtsspelletjes het overleven in de weg staan. Bovendien zijn ze al gewend om te moeten overleven.
Mensen in organisaties hebben weer het voordeel dat ze creatief kunnen zijn. Kunnen zijn.

Langzame veranderingen
Meestal voltrekken veranderingen in de natuur en in de maatschappij zich langs een geleidelijker weg. Klimaatveranderingen, schuivende continenten, golfstromen die van koers veranderen. Of verschuivingen in bevolkingssamenstelling, urbanisatie, culturele veranderingen… er is dus voor soorten cq. bedrijven tijd om te muteren.
Hoe doet de natuur dat?
Ieder organisme dat het levenslicht ziet heeft minimale afwijkingen van zijn voorgeslacht. Deze afwijkingen geeft hij ook weer door aan zijn nageslacht. En hoe gunstiger die afwijkingen zijn in zijn natuurlijke omgeving hoe groter de kans dat hij een nageslacht gaat produceren dat deze eigenschappen zal dragen. 
Een voorbeeld:
dit type Stradivaraan leeft al vele generaties in een berkenbos.
Zoals u ziet is hij uitstekend aangepast aan zijn omgeving.
Als een geliefde prooi voor bijvoorbeeld de Krompot heeft hij de schutkleuren die hem de benodigde bescherming geven. Langzamerhand veranderd echter de omgeving. De berken verdwijnen en er komt steeds meer mos voor in de plaats.

Als hij zich niet aanpast dan is de Stradivaraan is zijn bescherming kwijt en de Krompot heeft een makkelijke prooi.

In de praktijk zal door de geleidelijkheid waarmee de berken verdwijnen en het mos veschijnt de soort door natuurlijke selectie zich langzaam aanpassen en zal de Krompot gewoon zijn best moeten blijven doen.
  In werkelijkheid gaan er duizenden generaties overheen voordat er zichtbare verschillen optreden. Maar ze ontstaan dus door toeval. Zowel de gunstige als ongunstige kenmerken. In de praktijk blijkt pas of het werkt. Er ‘mislukt’ dus veel meer in de natuur dan er ‘lukt’. En toch kun je van de Schepping niet bepaald zeggen dat hij mislukt is. Er is wel veel geduld nodig uiteraard. En als individueel organisme moet je gewoon geluk hebben met je gegeven uitrusting.

Ziet u mislukkingen in uw organisatie als ‘verlies’ of ‘falen’? Wilt u toeval uitsluiten?
Realiseert u zich dan wel dat u wellicht een fraaie Schepping langs natuurlijke weg in de kiem smoort..

Dit geldt niet alleen voor het bedenken van nieuwe produkten in een laboratoriumomgeving, waarbij onder enorme druk die ‘killer app’ bedacht moet worden. Het geldt ook voor marktintroducties van nieuwe producten of diensten die volledig afgetimmerd zijn met marktonderzoeken. ‘Guts feeling’ telt niet, falen is geen optie. Anders denken ook niet. Risico-analyses door veel te dure externe bureaus dekken het geheel verder af. En mocht het dan toch niet lukken, dan kan het verantwoordelijke management verwijzen naar het marktonderzoek en de bureaus, die zich op hun beurt ook uitstekend hebben ingedekt. Management anno 2012, leiderschap uit het jaar nul.
Als de Schepping zou hebben gewerkt met risico-analyses en andere mislukkingsbeperkende (lees: toevalsbeperkende) maatregelen, dan waren we met zijn allen nog lang niet uit het water gekropen.
Gelukkig werkt de natuur niet zo. En Edison ook niet. En Steve Jobs ook niet. En u?